Wederom stond dit jaar de Halve van Nootdorp op het programma, bijna een gebruikelijke wedstrijd in de wedstrijdplanning die ik over het algemeen niet voluit hoef te lopen. Het enige jaar dat ik echt hard door liep bij deze jaarlijkse trainingswedstrijd dat was de editie van 2014. Daar liep ik het parcoursrecord van Mark Pacque uit de boeken met zo’n driekwart minuut. Dit keer had ik, na de NK5.000m van afgelopen weekend, twee weken rust ingepland waarvan de eerste vandaag ongeveer verstreek. Met slechts drie keer trainen de afgelopen week vroeg ik me af of een lange bloktraining vandaag nog zou lukken, want ik had me voorgehouden eventueel nog uit stappen na de eerste ronde als het niet goed zou gaan. Ik was erg benieuwd hoe het nu, na veel rust, met mijn vorm gesteld was. Bij de start bleef ik me vasthouden aan het bovenstaande, maar vol vertrouwen ging ik op weg. Toch was het verraderlijke dat een halve marathon, naar eigen zeggen, pas begint op vijftien kilometer. Rond het twee-kilometer-punt liep ik op de vierde plek en zat al dicht achter mijn voorganger die waarschijnlijk iets te hard van start was gegaan. In werkelijkheid was ik degene die wat harder van start was gegaan, maar het hoofddoel was lopen op gevoel.Het gevoel waarmee ik nu liep was goed en even na het 2-kilometer-punt passeerde ik mijn voorganger dan ook. Hij sloot eventjes aan, maar nog voor het 3-kilometer-punt had ik al een klein gaatje en ging ik op jacht naar plek twee. Jelle, mijn teamgenoot, had in de verte de kop overgenomen waarop de loper tussen ons in zichtbaar moeite had in zijn tempo te blijven volgen. Langzaam liep ik dan ook op hem in en ook deze loper haalde ik, nog voor het 4-kilometer-punt, in. Daarna ging het snel, maar vooral sneller doordat ieder tempoblokje van drie kilometer iets harder werd gelopen. Jelle zal gek van me zijn geworden dat ik hem een paar keer inhaalde om me vervolgens weer in te laten halen. Toen kwam het derde tempoblok waarin ik hem dan toch inhaalde en heuvel af zelfs nog wat op hem uit liep waardoor ik al vroeg in de race op kop liep. Zo werd het een uitdaging om mezelf zo veel en lang mogelijk te prikkelen door ieder volgend tempoblokje weer wat harder te lopen. Na het vierde blokje goed te hebben doorstaan volgde een korte intervalpauze, bij ingaan van de tweede ronde met doorkomst langs start/finish was het tijd voor de vijfde. In totaal paste een reeks van zes tempoblokken in de totaal te lopen afstand, afhankelijk van het tempo in de pauzes was het nog wel even afwachten hoe groot de afstand tot aan de finish nog zou zijn aan het einde van deze zes blokken. Nu ik ook het vijftien-kilometer-punt, alleen met een gevoel dat het nu toch wel pittiger begon te worden. Eigenlijk was ik nu constant bezig met het letten op de technische aspecten van mijn lopen, behalve dat dat aardig lukte merkte ik wel dat mijn lichaam meer moeite had en ik fysiologisch gezien iets minder in vorm leek te zijn. Natuurlijk is dat niet vreemd als ik nog maar een paar keer per week train en niet ‘als atleet leef’ in deze rustperiode. Niet dat dat erg is, want ik kan nu ook weer eventjes genieten zonder de verplichting de focus constant op arbeid-rust verhouding te hebben. Nu weer terug naar de race... Het vijfde blokje verliep beter dan verwacht, maar ik was wel blij dat ik nog even bij kon komen met een korte pauze. Deze pauze hield ongeveer op wanneer ik mijn weg vervolgde over het Virulypad richting Delft en nu was het tijd het laatste blokje nog even zoveel mogelijk eruit te halen, zo niet een beetje te pushen. Het begon pittig met wind tegen en ook nadat ik aan het einde rechtsaf sloeg richting de Bieslandseweg ervoer ik nog een stuk wind tegen, pas na tweeënhalve kilometer kreeg ik nog even wat meewind. Daar passeerde ik nogmaals het bosgebied aan de Bieslandse Weide, na passeren van de fietsersbrug richting de Nootdorpse IJsclub zat het laatste blokje erop. Er was nog ruim zeshonderd meter te gaan, dus besloot ik nog even in te houden en te kijken hoe ver een laatste intervalpauze me zou brengen. Dat was een kleine vijfhonderd meter verderop en besloot daarom het laatste stuk van ruim honderdvijftig meter lekker af te sprinten. Daarmee finishte ik als eerste met een prima training en redelijke eindtijd voor regionale begrippen van 1 uur, 15 minuten en 30 seconden. De rust verstoord, maar nu tijd om bij te komen en nog een weekje wat rustiger aan te doen.
0 Comments
“Hoop, vertrouwen en gevoel"Vandaag was de laatste piekwedstrijd binnen een tijdsbestek van drie weken. De vraag was of ik na afgelopen twee piekwedstrijden nog eens een derde keer het laatste beetje onder uit de kan kon schrapen. Gisteren liep ik in Kwintsheul redelijk door en voor mijn gevoel had ik aardig goede benen, het gevoel stemde alleen nog niet in met het sterk gegroeide zelfvertrouwen. Van de dubbele afstand van afgelopen zaterdag was ik redelijk hersteld, maar toch voelde de benen niet optimaal in de tussenliggende week. Ondanks dat gevoel had ik toch veel vertrouwen in een goede afloop, maar wat was ik zenuwachtig! Rond het middaguur werden de laatste voorbereidingen getroffen om vervolgens op pad te gaan naar het NK Atletiek in Amsterdam. Dit strak op schema en daar waar ik me moest melden kwam ik net op tijd aangezet. Gelukkig ervaarde ik, op de heenweg na, weinig stress en kon me gewoon goed ontspannen. Toch, zoals ik eerder zei, kwam mijn gevoel niet overeen met de fysieke staat. Daardoor had ik het gevoel dat mijn lichaam en geest met elkaar op de loop gingen, ook al voelde ik me redelijk fit. Van een topvorm was geen sprake, maar gezien de recente prestaties zou ik toch wel in staat moeten zijn om nog één keer te pieken voordat ik een welverdiende rustperiode in zou gaan. Was dat het dan? Zat ik met mijn hoofd al te veel bij de beloofde rustperiode? Was mijn lichaam al in een soort van rust-modus? Was het al klaar? Wat ik wel weet is dat een week extra herstel of specifiekere voorbereiding geen kwaad had gekund, maar zoals andere concurrenten had ook ik ervoor gekozen vandaag mijn reeks nog even voort te zetten. Het was zaak los te laten en me te focussen op de taak, nog één keer. Vandaag was de dag om de reeks met een mooi resultaat af te sluiten. Na me te hebben gemeld in de callroom legde ik nog wat tape aan en werkte de allerlaatste voorbereidingen af vlak vóór de start samen met alle andere atleten die los waren gelaten om de eigen spreekwoordelijke puntjes op de i te zetten. Zoals de deelnemerslijst er sterk uitzag, minstens zo sterk oogde al mijn tegenstanders. Nog steeds geen reden voor stress, want samen met de ontspanningsoefeningen voelde ik me klaar om de strijd met ze aan te gaan. Al snel viel het startschot en waren twintig snelle mannen haastig op zoek naar een goede positie in het veld. Met het gedrang viel het wel mee, maar geduld en wachten op een gunstige positie in de kopgroep namen wel enige tijd in beslag. De eerste ronden vlogen voorbij en doorkomst op de eerste kilometer wees uit dat er op een schema werd gelopen van een eindtijd onder de veertien minuten, misschien iets te veel van het goede voor veel lopers in deze grote kopgroep? Goed, het is een kampioenschap en wil je meedoen voor een topklassering dan heb je het daarmee te doen. Naast dit feit was er nog een vervelend dingetje, mijn wedstrijdbroekje zat niet echt lekker. Hoezo, zit niet lekker? Welk broekje zit nou wel perfect? Prikkelend gevoel van een veiligheidsspeldje, dat is het antwoord dat ik je kan geven. Het nam niet veel tijd in beslag voor ik dus besefte waarom dat broekje niet lekker zat en de reden wist ik ook wel. De veiligheidsspeldjes van het extra startnummer op mijn bagage, die ik snel had volgepropt met spullen die ik nodig dacht te hebben in de callroom, waren losgeschoten. Van die speldjes kon ik er maar twee terugvinden, maar ik moest gewoon op tijd bij de callroom zijn. Jammer dacht ik, die vind ik later misschien wel terug in mijn spullen. En hoe! Er prikte iets heel lichtjes iedere keer in de binnenzijde van mijn rechter bovenbeen en dat al vanaf de eerste honderd meter. Vlak voor de start had ik geen enkele versnellingen gedaan, wat voor mij geen verschil maakte, en het is dan ook niet gek dat ik nog niets had gevoeld van deze verstekeling. Na een ronde lang, voor de oplettende toeschouwer, af en toe aan mijn broekje te hebben geprutst was het prikkelende gevoel verdwenen en kon ik me weer volledig op de wedstrijd focussen. Ik hoopte dat het speldje eruit was gevallen en me later niet meer af zou kunnen leiden de rest van de race. Gelukkig had ik daar geen last meer van, maar vanaf dat moment waren mijn gedachten op gang gekomen en met een snelle doorkomst op het 1-kilometer-punt moest ik mijn focus dan ook even herpakken. Het tempo werd hard doorgetrokken, ik bungelde achter de groep aan en een aantal ronden lang probeerde ik het gaatje niet te groot te laten worden. De tweede kilometer ging iets langzamer en inmiddels werd er door de kopgroep op een schema van rond de veertien minuten gelopen. De ronde die daarop volgde zakte het tempo in wat mij de kans gaf de aansluiting gemakkelijk weer te vinden, direct daarop snelde ik door naar de kop van de groep want ik had me voorgenomen nog eens in de buurt te komen van mijn tijd in Oordegem. Daarom trok ik het tempo zo hoog mogelijk door, maar weer gingen mijn gedachten met me op de loop. Zo bedacht ik me even voorbij het 3-kilometer-punt dat het misschien wel verloren zaak zou zijn het tempo zelf zo hard mogelijk door te trekken in een poging mijn doelstelling te behalen. Daarop maakte ik de fout door het tempo te laten zakken, ik twijfelde, gokte en maakte een foutje. De vermoeidheid sloeg genadeloos toe, maar mijn tegenstanders ook! Een voor een schoten ze voorbij, Dennis met een stel hongerige atleten die hem ervan wilden weerhouden zijn titel te prolongeren. Een moordend hoog tempo werd ingezet waardoor ik de aansluiting verloor, van plek één zakte ik naar de elfde. Mijn lichaam was klaar, ik had toegegeven en nu was het heel moeilijk mijn ritme nog terug te gaan vinden. Ik probeerde de strategie om ronde voor ronde af te tellen en daarbij het tempo zo hoog mogelijk te houden, wellicht zou ik daardoor de ontspanning terugvinden om er nog een snelle laatste kilometer uit te persen. Strijdend zou ik ten onder gaan, maar niet voordat ik het laatste beetje onder uit de kan had gekregen. Op zoek met een vergrootglas naar alle kleine kruimels zelfvertrouwen, ontspanning, energie en hardheid om mezelf nog even pijn te doen bij het ingaan van die laatste kilometer. Verderop was het veld ook flink uiteen gereten en was de strijd echt losgebarsten tussen de koplopers. Nog even doorgaan, dan zou ik misschien nog in de buurt komen van Jorrit en Edwin! Met nog twee ronden te gaan kwam ik maar niet dichterbij, het kostte een hoop energie en gaf me alleen maar meer het gevoel dat ik een grove fout had gemaakt. Mijn lichaam wilde echt niet meer en uitstappen was inmiddels ook mijn gedachten al een paar keer gepasseerd vanaf het punt dat ze me voorbij liepen of ik stil stond. Wat mij nog restte om eer mee te behalen was niet toegeven aan deze gedachte, doorzetten tot aan de meet en mezelf nog even pijnigen voor ik een week of twee rustiger aan mag doen! Nog zeshonderd meter, schreeuwt Dick, en ik zet me er nog eens toe het tempo op te hogen, wat niet lukt, om nog iets te maken van het allerlaatste stukje door de hel. Normaal kan ik vertrouwen op een snelle laatste ronde waarin ik de tweede helft uit alle hoeken en gaten energie terug voel vloeien voor een gigantisch harde eindsprint, vandaag was dat ver te zoeken en voelde het alsof ik rijp was voor de sloop. Het was nu wachten tot ik ingehaald zou gaan worden, maar toch had ik het nog niet opgegeven. Met nog tweehonderd meter te gaan en een gat van vijftig meter tot Jorrit en Edwin deed ik een laatste poging dichter bij hen te komen. Even leek dat gat nog wat te slinken, maar met nog honderd meter te gaan hadden zij het beest in elkaar ontketend. Na even om te hebben gekeken had ik behoorlijk wat voorsprong op de tegenstanders achter mij te hebben. Dat bleken achteraf Joeri en Lucas te zijn geweest. Met nog honderd meter te gaan en geen enkele kans op een verbetering dan behalve mijn eindtijd vond ik het wel mooi geweest. Zo kwam ik binnen toen de klok op veertien minuten en veertig seconden stond en lagen daar bijna alle tien man languit op de baan bij te komen. Voor mijn gevoel zat ik pas net op de helft en als het de dubbele afstand had geweest dan had dat misschien wel beter uitgekomen. Niet dat dat wat uit zou hebben gemaakt, want het was nu gewoon even klaar. Snel verdween ik van de baan en ging ik douchen, snel door naar mijn rustperiode. Verdiend na een drietal slopende wedstrijden. Met dit resultaat, zij het niet het gewenste, sluit ik mijn baanseizoen af en wil ik iedereen bedanken die mij steunt deze prestaties mogelijk te maken. Waaronder mijn begeleiding, familie, vriendin, sponsoren (Agium, Runnersworld Delft, Kapitaal op maat en Sportmassage Rexs Schomaker), Volare Sports, teamgenoten, vrienden en iedereen die ik nog vergeet te noemen!
Al die steun hoop ik te mogen blijven ontvangen om dit jaar nog geslaagder te maken dan deze al is en nog meer mooie stappen te maken naar toekomstige doelen! “De laatste voorbereiding, maar klaar voor morgen?" Na een week herstellen en pogingen de vorm weer optimaal te krijgen voor het NK dat morgen op de planning staat had ik vandaag nog verplichtingen in Kwintsheul. Geen probleem, altijd leuk om wat meer in de achterhoede mee te hobbelen zonder druk op de ketel! Zonder echt in te lopen, want dat zou ik bij de start ook nog doen, maakte ik me klaar voor de laatste voorbereiding op het hogere doel van een dag later. Gespannen gezichten aan de start en toen het startschot viel stoven veel lopers voor me uit op weg naar een goede tijd. Ook leuk om een wedstrijd eens van een andere kant mee te maken en te zien hoe andere lopers constant op zoek zijn naar het meest ideale tempo om hun doel van de dag zien te bereiken. De eerste kilometers mocht ik nog redelijk relaxt meelopen en had ik alle tijd om te genieten van dat beeld en toen het veld na een kilometer of twee behoorlijk uiteen geslagen was kon ik niet wachten om mezelf een paar fysieke laatste prikkels te geven in de vorm van tempoversnellingen. Rond het 3-kilometer-punt was het zover en stoof ik weg voor de eerste in een reeks van drie versnellingen, dit voelde redelijk pittig aan en de benen voelden toch wel anders dan de afgelopen weken tijdens de wedstrijdvoorbereiding. Zou ik nog niet helemaal hersteld zijn? En wat zou er op het NK dan van terecht moeten komen als het tempo dat ik ongeveer liep nog tig keer zo lang vol moest worden gehouden? Vragen die snel weer verdwenen naar het achterhoofd om plaats te maken voor het relaxte gevoel bij een intervalpauze op redelijk tempo. Die pauze leek veel langer te duren dan deze überhaupt was, maar inmiddels was het tijd voor weer een tempoversnelling. Deze bracht me weer wat verder naar voren in de wedstrijd en al snel passeerde ik Thomas, die achteraf iets te hard gestart bleek te zijn. Herkenbaar, want veel jongere lopers doen dat in hun bevlogenheid en streven naar succes. Het is een leerproces, waarvan je op latere leeftijd kunt zeggen dat je sommige dingen toch wel iets anders had gedaan als je wat meer geduld had gehad. Natuurlijk knik je als jongeling altijd braaf als de trainer en oudere lopers je bepaalde adviezen geven, maar ben je lekker eigenwijs en iedere wedstrijd wil jij het gewoon weer proberen. Dat is misschien ook juist wel het fijne aan jong zijn en gewoon te genieten van die momenten voordat je de stap maakt naar een serieuzere instelling in het nastreven van sportieve successen. Genoeg nostalgisch gepraat, terug naar de wedstrijd die alweer bijna voorbij was! Even kon ik weer bijkomen en passeerde ik start-finish voor een laatste ronde van circa zevenhonderd meter, mooi om nog een laatste versnelling te doen en het zelfvertrouwen nog even een boost te geven nu de benen wat soepeler aan begonnen te voelen. De laatste versnelling bracht me nog iets dichter bij een aantal lopers van de Ruitenburg Runners en tevens onder de zeventien minuten. Voor mijn gevoel was het zo relaxt en snel gegaan dat ik het ook wel had geloofd als ze de klok stiekem een minuut verzet hadden voordat ik binnen kwam gestoven. Ik besloot nog even door te lopen, uit te lopen, en het voelde bijna lullig dat ik nog maar even doorliep terwijl de rest op hun kunnen mooie prestaties hadden neergezet. Na kort uit te hebben gelopen sloot ik me bij de groep gefinishte lopers aan om te horen wie wat had gepresteerd en of dat ze tevreden waren of juist niet. Kort daarna kwamen de 10-kilometer-lopers al bijna voorbij, want die waren vijf minuten na onze start ook op jacht gegaan naar rappe tijden. Twee Ethiopische jongens van AV Sparta voerde het veld aan en een minuutje daarachter volgden Erwin en René van ons team; de Agium Runners. Zij finishten respectievelijk als derde en vierde in de wedstrijd over tien kilometer, maar voor mij was het helaas alweer tijd om te gaan. Nog een goede nachtrust zou mij morgen op weg moeten helpen naar weer een mooie prestatie in een reeks van drie piekwedstrijden binnen drie weken.
“Hattrick, kampioengevoel met drie keer best of the rest op een NK” Na een goed trainingskamp te hebben gedraaid in Portugal en een paar dagen werken was het nu tijd om te kijken of ik mijn PR nog eens aan kon scherpen op deze afstand. Gezien het resultaat van de wedstrijd in Oordegem moest dit zeker mogelijk zijn en dus tijd om ook nu alles op alles te zetten voor hopelijk weer een snelle eindtijd. Daarnaast zou een mooie klassering bij de top 5 ook geweldig zijn. Rond de klok van half zeven werd er naar Leiden vertrokken voor het NK10.000m, daar aangekomen kon ik me rustig aan voorbereiden op de wedstrijd. Voor ik het doorhad was het tijd voor de warming-up. Een goede specifieke persoonlijke warming-up, naar mijn mening het meest effectief als voorbereiding op de wedstrijd. Dit bleek, samen met de voorbereidingen van de afgelopen twee dagen, voor mij goed te werken om optimaal fit aan de start te staan. Even nog moest ik haasten om me op tijd te melden voor de wedstrijd, maar was toch op tijd. Daar rondde ik de laatste voorbereidingen af en zo was ik bijna klaar om vijfentwintig ronden lang het gas erop te gaan gooien. Met veel zelfvertrouwen en dus een goed gevoel over de mogelijk uitkomst zou het wel eens een mooi NK kunnen gaan worden vanavond. Veel atleten deden nog wat laatste versnellingen op de baan, daarentegen ging ik lekker in de binnenbaan liggen om wat losmaak- en ontspanningsoefeningen te doen waardoor ik dan met voldoende ontspanning aan de start zou komen staan. Iets sneller dan ik verwachtte werden we verzocht naar de start te komen voor de opstelling, het spektakel ging dan eindelijk beginnen! Ik stond bij de tweede startlijn opgesteld in de buitenbanen iets voorbij de eerste startlijn. Mijn tactiek was al bepaald voor de start en ondanks een extra poging die de wedstrijd nodig had om correct van start te gaan liet ik me relaxt in het gedrang meevoeren. Zelfs op deze afstand vinden sommige atleten het nodig de juiste positie in het veld te verkrijgen door ellebogen en andere technieken ten opzichte van de tegenstanders. Nu weet ik niet of je daar op een dergelijke afstand ook echt baat bij hebt, maar zolang je je er niet aan stoort kun je nog steeds lekker je eigen race lopen. Het draait dus ook niet om deze eerste meters, want gedurende de eerste ronde(n) heb je nog alle tijd om naar een mooi plekje te zoeken als het veld zich langzaam vervormt naar een langgerekt lint van atleten. Het moet voor de toeschouwers ook wel een mooi gezicht zijn hoe een veld van ruim dertig man binnen enkele ronden veranderd in een langgerekt lint met aansluitend de langzaam zichtbaar wordende ‘gaten’ om vervolgens tegen het einde van de race te veranderen in een soort van slagveld. Goed, terug naar de race... De eerste ronden werd er dus druk gezocht naar een plekje zo dicht mogelijk langs de rand in baan één, maar al voor de eerste doorkomst vond ik daar een mooi plekje. Nu kon ik hopelijk nog een paar ronden profiteren van meegaan in de slipstream van de snelle mannen zonder al te veel extra inspanningen te hoeven leveren. Dit hield ik maar één ronde vol en toen bleek al dat het tempo mij toch wel te hoog lag ondanks mee te kunnen achteraan de groep snellere mannen. Nu was het te hopen dat ik niet helemaal alleen zou komen te lopen. Gelukkig gebeurde dat maar eventjes, want er waren nog een aantal snelle mannen in mijn slipstream mee. Enkele passeerden en gingen voor succes verderop bij de snellere groep, anderen bleven bij mij lopen en namen na een paar ronden al over om vervolgens kop over kop de race voort te zetten. Ronde voor ronde werd er afgeteld en met zo min mogelijk omkijken lag de focus voor mij uit met mijn blik op mogelijke slachtoffers van het, in mijn beleving, moordende tempo van de atleten die voor ons uit liepen. Onze groep, bestaande uit mijzelf en twee Noren, liepen in werkelijkheid niet heel veel seconden langzamer per ronde dan onze voorgangers, maar toch was het niet bij te benen en pogingen het tempo op te voeren strandde in veel gevallen daarna met een weer iets langzamere ronde. Over het algemeen liepen we wel vrij stabiele rondetijden en als ik het goed heb kon een van de twee tussen kilometer vier en vijf tempo niet meer volgen van de andere Noorse atleet die veel initiatief nam. Een paar keer leek ik te moeten lossen, maar dan herpakte ik me en liep ik weer naar hem toe in de hoop nog steeds dichter bij de snellere lopers te komen of stond ik op het punt te gaan breken? Voor mijn gevoel niet, maar het kostte een hoop energie iedere keer een gaatje dicht te moeten lopen en ik was erg blij dat er alweer een paar kilometers opzaten. We werden ook alweer ingehaald door de koplopers in de wedstrijd die zeer waarschijnlijk een minuut of twee voor ons zouden gaan finishen in deze wedstrijd, mits wij natuurlijk het tempo hoog genoeg wisten te houden. Tot vijf kilometer leek de eindtijd rond de negenentwintig minuten en twintig seconden uit te kunnen komen, maar de drie kilometers die daarop volgden werden het slachtoffer van wat verval. Het waren maar een paar seconden per kilometer en toen we voorbij werden gelopen even voor acht kilometer te hebben afgelegd greep ik mijn kans. Ik probeerde mee te gaan in het spoor van wat snellere atleten en merkte dat er heel langzaam een gaatje begon te ontstaan, klein maar genoeg om me los te kunnen lopen. In de hoop misschien nog met wat snelle passerende mannen mee te lopen ging vocht ik me ronde voor ronde naar de laatste kilometer. Hardheid was hetgeen waar ik nu op terug moest vallen, het zou niet lang meer duren voor ik de laatste kilometer in zou gaan na ronde voor ronde het tempo vast te hebben gehouden. Een waar gevecht en iedere keer als er nog een snellere loper passeerde probeerde ik weer eventjes aan te haken, nu was het tijd om die laatste kilometer nog eens hard door te trekken naar een nieuw PR. Dat ik op koers lag voor een nieuw PR was wel duidelijk, maar wat zou het gaan worden? Zou ik nog onder de negenentwintig minuten en dertig seconden gaan komen? De bel klonk voor mij te vroeg, gelukkig wist ik dat deze niet voor mij klonk. Ik was dus nog scherp en misschien wel fit genoeg, dus legde ik me languit op de pijnbank. Dit keer niet door krampen en voor ik het doorhad hoefde ik nog maar zeshonderd meter hard door te lopen, reden om kort daarop wel de bel te luiden voor mijn laatste ronde. Vlak voor het ingaan van deze laatste ronde hoogde ik het tempo op. Ik had nu nog een kleine vijfhonderd meter te gaan en werd gemotiveerd doordat ook ik nu een enkeling in wist te halen. Nu voerde ik het tempo drastisch op voor een snoeiharde laatste ronde, zo hoog dat mijn bovenlichaam vrijwel direct wat verkrampte. Daarom schroefde ik het tempo wat terug, maar tot mijn grote verbazing zag ik dat het gat tot Ronald nog maar een kleine honderd meter bedroeg. Was die kramp nou maar uitgebleven! Inmiddels had ik nog een kleine driehonderd meter te gaan, voor ik het wist waren het er nog maar tweehonderd. Reden om nu alles te geven, want Ronald was gevlogen maar ik kon nog altijd iemand inhalen voor de finish. Deze loper keek, met nog honderdvijftig meter te gaan, angstig om waar ik zat. Het gaatje was nog te groot en ik kende hem van zijn eerdere prestaties, een lastige klus om deze topatleet nog voorbij te gaan lopen! Meter voor meter vocht ik door en kwam steeds ietsjes dichterbij tot het gaatje nog maar een meter of vijf bedroeg. De laatste vijftig meter, wat zou er nu nog kunnen? Veertig... Dertig... Twintig... Tien... te laat! Heel close, dat wel. In de einduitslag had ik hem tot op ongeveer een halve seconden weten te benaderen, maar beter nog: een eindtijd van 29:25!!
Hiermee bemachtigde ik de vierde Nederlander op het NK10.000m, 'best of the rest' voor de vierde keer in mijn carrière met toch weer het gevoel van een kampioen! “Te laat of ruim op tijd? Na de verstandige no-go van vorige week was het nu tijd om toch wel te gaan. De (trainings)wedstrijd van gisteren had nog wat spierpijn nagelaten en ik begon me weer af te vragen of ik nu echt wel helemaal naar België af moest reizen voor een wedstrijd over vijfduizend meter. Twijfels kwamen weer in me op en ik gaf mezelf vanaf ’s ochtends tijdens het werk gewoon even de ruimte om na te denken of ik wel of niet zou gaan. In mijn achterhoofd was het al lang besloten, want hier had ik de afgelopen weken echt naartoe gewerkt. Nadat de lichte pijntjes langzaam verdwenen groeide het zelfvertrouwen en besloot ik het er dus gewoon op te wagen. Het zou een mooie wedstrijd gaan beloven gezien de startlijst. Gezien de starttijd van het na-programma, de C-reeks, zou het een latertje gaan worden. De wedstrijd stond gepland om half één ’s nachts en vertrok ik pas ook rond acht uur naar Oordegem. Onderweg probeerde ik me nog meer te ontspannen en dat lukte best goed. Een beetje kijken naar de mooie dingen om je heen en de reis zo anders meemaken dan je blind te staren op de kilometers asfalt. Met even nog een tussenstop in België arriveerde ik rond de klok van kwart over tien. Melden kon tot uiterlijk anderhalf uur voor de start van je onderdeel, dus ik was ruim op tijd. Althans, dat dacht ik... Op mijn gemak had ik het startnummer afgehaald en liep zo rustig verder langs de baan op zoek naar bekenden. Hier en daar zag ik bekende gezichten voorbij schieten en tijdens een kort gesprekje met Leonard, een atletenmanager, keek ik nog eens goed. Ik zag atleten lopen waarbij ik in de serie zou kunnen zitten en ik begon me af te vragen of ik wel op tijd was. Er hadden nog meer atleten afgemeld waardoor een hoop van de C-reeks waren verplaatst naar de C-reeks. Dit zou kunnen betekenen dat ik al een kleine anderhalf uur eerder van start mocht. Tijdens de wedstrijd van de A-reeks, waarop de B-reeks direct zou volgen, liep ik snel naar de officials om de startlijst in te zien. Ze bevestigden mijn vermoeden en samen keken we op de lijst of ik ook verplaatst was naar de B-reeks en ik hoopte vreemd genoeg dat dat niet het geval zou zijn. Gelukkig was dat ook niet het geval, want met nog tien minuten om me voor te kunnen bereiden op zo’n belangrijke wedstrijd had gekkenwerk geweest. Ik startte dus in de C-reeks, maar hoopte wel dat hier ook nog wel een paar goede atleten mee zouden lopen om in de buurt te komen van de richttijd van veertien minuten en twintig seconden. De A-reeks was mooi om te zien en er werd ook erg hard gelopen, ook in de B-reeks was dit het geval en ik was ergens toch ook wel een beetje jaloers dat ik hier niet was ingedeeld. De 1500 meters daar had ik geen tijd voor, want ik mocht me klaar gaan maken voor de wedstrijd die daarna ging volgen. In Oordegem is het fijne dat ze achter het stadion een onverhard pad hebben liggen. Dit is een baan met houtsnippers als ondergrond en ik vind het dan ook erg fijn lopen voor de warming-up. Op deze baan kom je dan vaak ook weer andere atleten tegen en kun je er zelfs voor kiezen de warming-up dus te combineren. Voor mij niet aannemelijk, want ik ben voorstander van een eigen aanpak voor de wedstrijd. Het kan uiteraard heel gezellig en zelfs leerzaam zijn, maar ik ben van mening dat je gewoon je eigen plan moet trekken en net als in trainingen en wedstrijden je gevoel daarin moet volgen. Dus als je voor je gevoel graag in wilt lopen met een ander en daar je voorbereiding op aan wilt passen dan moet dat natuurlijk ook gewoon kunnen! Genoeg gelopen, tijd voor de laatste voorbereidingen... Met nog wat oefeningen en tempo’s verschenen er steeds meer atleten rond de start. Atleten die ik kende en andere atleten waarvan ik wel durfde te gokken dat ze wellicht als medestander gezien konden worden om de beoogde streeftijd te gaan halen. Tom gaf af mee te willen en dacht ook dat er wel andere lopers zouden zijn die met ons samen zouden willen gaan werken. Er bleek ook een pacer te zijn, die haaste op veertien minuten en tien seconden. Misschien wat te hard voor mij, maar wie weet hoe de race zou gaan lopen. Ron de klok van half één mochten we ons op gaan stellen en ik kan je vertellen dat de weersomstandigheden erg goed waren: nauwelijks wind en een graad of vijftien. De spanning liep op en om me heen kwamen er van alle kanten signalen dat de andere mannen klaar waren om te racen. Zeer motiverend en dat hielp de goede spanning in mij naar boven te komen, messcherp voelde ik me. Nu alleen nog wachten op het startschot... Pang! Daar gingen we... Met enige voorzichtigheid nestelde ik me in het grote veld aan lopers, we waren minstens met een man of 30 van start gegaan, en hoopte ik niet mee te maken wat er in de B-reeks gebeurde: een valpartij. Netjes gaf iedereen elkaar de ruimte en de eerste paar ronden werd door eenieder gezocht naar de ideale positie. De hele groep probeerde in het kielzog van de pacer te blijven, maar al snel liep deze zich met twee andere atleten los van de achtervolgende groep. In die achtervolgende groep liep ik attent mee en met een korte versnelling probeerde ik nog wel het kleine gaatje dicht te lopen. Al snel kreeg ik door dat ik daar niet toe in staat was en besloot daarom mijn energie toch maar eventjes te sparen. Niet alleen was de overweging het sparen van energie, maar natuurlijk was het ook om te voorkomen dat ik mezelf niet over de kop zou lopen. Gretigheid is goed, maar gulzigheid zou je de kop kunnen kosten al vroeg in de race. Er werd overgenomen en ik sloot me aan in het treintje. Zonder horloge of focus op de rondetijden liep ik puur op gevoel, maar had met enkele blikken op de klokken door dat het tempo wel goed zat. Nu en dan zakte het tempo even waarop een andere snel het tempo weer oppakte. Zo denderden we als een locomotief in hoge snelheid door over de baan van Oordegem en werd het het gaatje op de koplopers eigenlijk niet groter dan enkele meters per ronde. Wellicht kwamen we later in de race nog in de buurt, maar voor nu kwamen we op kilometer twee en drie door in een tempo dat zou leiden naar een van rond de veertien minuten en twintig seconden. Met een beetje geluk en energie voor een harde laatste ronden zou ik misschien wel onder de streeftijd uit kunnen komen, maar negatieve spanning bouwde zich langzaam op in mijn lijf. Het was nu of nooit, tijd om door te zetten en de gok te wagen. Een gok die ik nu graag nam, want ik was hier speciaal naartoe gekomen met maar één doel voor ogen: een PR van ten minste veertien minuten en twintig seconden! Met nog zeshonderd meter te gaan begon het gevecht pas echt en werd het tempo weer een klein beetje opgevoerd. Vervolgens gebeurde dat nog een keer wanneer de bel voor ons klonk bij het ingaan van de laatste ronde en ik keek snel even naar de klok om te zien of ik nog in de buurt zou kunnen komen van die gewilde streeftijd. Er zou hard door moeten worden gelopen bleek, maar met het tempo dat telkens weer wat op werd gevoerd en misschien een rappe eindsprint was het zeker binnen bereik. Dus alsof mijn gedachten bij mijn tegenstanders aan kwamen stoven ze van me weg en er viel een gaatje. Op dat moment kwam ook Khalid me voorbij gelopen om de aansluiting te vinden, want ik wist dat hij al bijna de hele race dicht achter mij had gezeten met alle aanmoedigingen tussendoor. Een mooie kans om met hem mee terug te liften in de jacht op onze voorgangers. Met nog tweehonderd meter te gaan was het nu echt erop of eronder, alles of niets, de dood of de gladiolen, noem het hoe je zou willen. Feit was dat het laatste beetje energie er tussen de krampen door uitgeperst moest gaan worden in een poging concurrenten bij te halen en een rappe tijd neer te zetten. Met nog honderd meter te gaan liet ik de spanning los en probeerde op ontspanning zo hard mogelijk door te sprinten. Een gekke gewaarwording, want in mijn hoofd had ik het idee dat dat verkeerd uit zou pakken. Het bleek anders en meter voor meter liep ik op mijn concurrenten in tot ik bijna op gelijke hoogte kwam en de Finish passeerde. Ongelofelijk blij en trots, want door als een leeuw te hebben gevochten kwam ik tot een nieuw persoonlijk record: 14.17,16!
'Ontspanning is alles'Vrijdagavond stond er, tussen het inpakken voor een trainingskamp in Portugal door, nog een wedstrijd op de planning die ik als training zou lopen. Een mooi moment om mijn wedstrijdvoorbereiding voor de wedstrijd van dit weekend te doen, de wedstrijd waar ik nu al lange tijd naartoe leef. Vandaag lag er dus totaal geen druk op mijn schouders en zo kon ik heel ontspannen lopen. Vanaf de start liet ik eventuele concurrenten dus ook al heel gemakkelijk weglopen en liep wat rustiger mee in de achtervolgende groep vanwege dat hogere doel later dit weekend. Met tegenwind tijdens de eerste twee kilometer en nog ruim anderhalve kilometer over het strand te gaan was dit nu niet het moment om aanvallend te lopen. Ik handhaafde mezelf, maar al snel bleek ik ook de snelste te zijn van de achtervolgende groep. Er was een loper die achter mij lekker uit de wind wilde volgen, maar daar had ik even geen zin in. Een korte versnelling was hiervoor de oplossing en ik liep me los. Bij doorkomst op het 2-kilometer-punt in moderate tempo was ik van plan er nog minstens één in dat tempo te gaan lopen. Uiteindelijk werd dat zelfs anderhalve kilometer, maar bij het oplopen van het strand bleek al dat dat pittig genoeg zou zijn. Zou ik nog wel wat specifieke tempo’s gaan doen of progressief doorlopen? In het eerste stuk op het strand viel de kopgroep ook al snel uit elkaar, ieder zocht zijn eigen weg op zoek naar het best te belopen stuk. Zelf was ik daar niet zo treurig om en volgde de kortste weg, ik probeerde een denkbeeldige lijn uit te leggen die ik met een kortere pas af zou gaan leggen. Een goede tactiek, want een voor een haalde ik zelfs wat lopers uit de snel gestarte groep in en zo ging ik op jacht naar de de koploper in de wedstrijd. Nadat ik op drieënhalve kilometer al een versnelling had gedaan kon ik na een korte pauze gelijk al de aansluiting vinden en knalde er direct overheen met de tweede versnelling. Voor ik het door had zaten we alweer bij de volgende strandopgang die ik vrij relaxt in moderate tempo op probeerde te lopen, want de versnelling was alweer achter de rug. Ook keek ik even om hoe groot het gaatje nu eigenlijk was en dat was een meter of vijftien denk ik, maar wat na een rappe afdaling ook bleek was dat de Finish zo goed als om de hoek was van dit punt. Zo zette ik dus nog even iets aan en controleerde ik mijn koppositie tot aan de Finish. Geheel onverwacht toch gewonnen en fris ontspannen over de meet, maar belangrijker nog: een extra dosis zelfvertrouwen voor morgen!
'De schuld ingelost, maar meer verwacht’ De afgelopen weken was er weer scherper getraind en de trainingen die af werden gewerkt gingen erg goed. Alle reden om vandaag vol vertrouwen te vertrekken voor een mooie (thuis)wedstrijd in Delft op de vijf kilometer tijdens de Goldentenloop. Tevens een kans om voor de derde keer in vijf jaar de winst op de vijf kilometer te pakken na de edities van 2011 en 2015, volgend jaar krijgt de tien kilometer misschien weer prioriteit. Na een rustige ochtendduurloop eerst eens even kijken hoe het me vanmiddag zou vergaan met de opgelopen temperatuur. De afgelopen weken was de temperatuur, op de wedstrijd in Brunssum na, nog niet in de buurt gekomen van de temperatuur van vandaag. In Brunssum moest ik dan wel twee keer zo lang, maar ook op een vijf kilometer kan een hogere temperatuur wel van invloed zijn. Daarnaast stond er redelijk wat wind, maar dat zou ergens misschien ook wel weer voor verkoeling kunnen gaan zorgen. Na het startnummer en Marjolein op te hebben gehaald was de volgende stop in het centrum van Delft om vervolgens voor te bereiden op de wedstrijd. Het startschot zou om kwart over één gaan vallen, dus met nog een kleine drie kwartier te gaan was het bijna opschieten geblazen. De sfeer was geweldig vandaag, dus de lopers zouden ongetwijfeld gedragen worden door alle publiek dat hierop af was gekomen. Ik had gehoopt verder geen stress of onnodige spanning in het lijf op te merken, maar ergens merkte ik vlak voor de start dat het niet voor honderd procent klopte. Wat ontbrak er en hoe zou ik zo kort voor de start nog die honderd procent kunnen bereiken? Met wat korte versnellingen, laatste oefeningen, horloge en hartslagband af leek ik die honderd procent bereikt te hebben. Nu werd ik samen met andere snelle lopers verzocht naar de start te gaan en wachtten we in spanning op het startschot, gegeven door Rob van Runnersworld Delft. Ons Agiumteam was met Jeroen, Stef en Daan ook sterk vertegenwoordigd op deze afstand, zouden we het teamklassement ook nog gaan winnen vandaag? Aftellen, startschot, knallen! De volgorde die plaats in mijn gedachten innam en we stoven slingerdeslang weg door de Delftse binnenstad. Na het passeren van de Markt in Delft vervolgde het parcours richting de Koepoortbrug en even voorbij de brug passeerde ik het 1-kilometer-punt in twee minuten en vijfenvijftig seconden. Mooi op schema voor een snelle tijd onder vijftien minuten, maar uiteraard waren er eerst nog vier volgende kilometers af te leggen en kon ik me bij lange na niet rijk rekenen met deze eerste kilometer. Op naar de volgende! Deze kilometer begon ik het eerlijk gezegd al een beetje te voelen, hetgeen waar ik misschien een beetje bang voor was en wat mij het gevoel gaf niet voor de volle honderd procent of misschien wel meer te kunnen knallen. Het begon op enkele stukken zelfs al een beetje aan te voelen als ‘harken’, maar het tempo kon ik vasthouden en vervolgens legde ik de tweede kilometer even snel af. Dat gaf me hoop en ik probeerde zo ontspannen mogelijk door te halen richting het 3-kilometer-punt. Met wat krappe bochtjes, een bruggetje en minimale hoogteverschillen kon ik deze kilometer zeker aanmerken als een van de zwaarste van de vijf te lopen kilometers. Zo was de doorkomst op het 3-kilometer-punt vijf seconden langzamer dan het beoogde tempo. Met nog een lastig stukje verderop in het parcours, een haarspeldbocht, hoopte ik niet te veel te verliezen. De kracht en ontspanning vloeiden langzaam de schoenen in en dropen beetje voor beetje van me af, met alle middelen die ik mentaal nog had probeerde ik te redden wat er te redden viel en zo wist ik me toch te herpakken. Licht heuvel op was het nog even zwaar, maar met een aanmoediging van en naar Jeroen knalde ik door naar het 4-kilometer-punt. Op dit stuk had de auto die voorop reed wat moeite met de tegenliggers die wat later waren gestart en waarvaan het grootste deel net het 1-kilometer-punt gepasseerd was. Hij minderde vaart en begon te toeteren dat er toch echt ruimte nodig was! Aanwijzingen werden niet heel rap opgevolgd, maar gelukkig bleef de gang erin en ondervond ik geen hinder. Zelf had ik al een oplossing bedacht, maar gelukkig hoefde deze niet uit worden gevoerd met het mogelijke gevolg van nog meer tijdverlies. Kilometer vier kwam steeds dichterbij en ik zette me voor de volle honderd procent in om niet te veel tijd te verliezen. Tot mijn grote schrik was dit wel het geval en zo zag ik mijn kansen langzaam door mijn vingers heen glippen. Een pittig stuk volgde, de brug heuvel op, en gelukkig ook een verademend stuk, de brug heuvel af. Al kon ik het laatste stuk geen power meer uit de benen krijgen waardoor het voelde alsof het eerdere stuk heuvel op nog sneller ging. De mensenmassa werd groter en van alle kanten kwam er hulp in de vorm van aanmoedigingen van zowel bekenden als onbekenden die mijn naam van het startnummer af konden lezen. De stad leek uiteen te barsten van geluid en het was alsof je een stadion inliep waar honderden, zo niet duizenden, juichend en joelen een staande ovatie gaven. Dat was toch wel genoeg om die laatste honderden meters slingerdeslang weer naar de Finish te knallen? Even was het genoeg ja, maar al snel kwam het weer op hardheid aan. Kon ik mezelf nog even genoeg pijn doen? Was het genoeg om het tempo hoog te houden? En zou het mij een tijd opleveren waar ik voor was gekomen of tevreden mee kon zijn? Vragen die me eventjes bezig hielden tot het moment dat ik de auto met tijdwaarneming zag rijden. Erop of eronder, alles of niets, de gaskraan ging open voor zover dat nog mogelijk was. Met nog een kleine tweehonderd meter te gaan legde ik mezelf fysiek languit op de pijnbank, het zou het tenslotte waard zijn mijn schuld in te lossen die ik eerder had uitgesproken. Het was het waard, want de speaker schalde dat er nu ruim veertien minuten en veertig seconden opzaten. Nog een meter of honderd naar de Finish was het, dus het doel was nog altijd haalbaar. Het doel? Een parcoursrecord. Het subdoel? Onder de vijftien minuten duiken. Zeker haalbaar en ik telde ze in mijn hoofd door met het oog op de klok gericht; veertien minuten en 50..51...52.....53.....54.....55! Veertien minuten en vijfenvijftig seconden! Een nieuw PR, parcoursrecord en een gevoel van ontlading volgde in timide vorm. Timide omdat ik toch wat meer had verwacht gezien de huidige vorm in trainingen. Misschien moet ik nu alleen nog wat meer wennen aan het wedstrijdritme en volgt er eind deze maand in Oordegem een mooi resultaat?! Het resultaat van vandaag:
- Dubbel PR! (Persoonlijk Record + Parcoursrecord) - On de vijftien minutengrens - 1e overall - 1e met het team Een mooie dag met prima resultaten. Het resultaat daarvan? Tevredenheid! 'Zwemmen achter de Kenianen'Na donderdagavond gewoon een standaard baantraining te hebben gedaan was het maar de vraag of ik vandaag in Hilversum wel voluit zou gaan. De benen voelden goed en het zelfvertrouwen was groot genoeg om de uitdaging aan te gaan. Vooraf werden we goed ontvangen waar de wedstrijdatleten zich konden verzamelen en kwam daar een paar andere snelle mannen tegen die mij een hoop weerstand zouden kunnen bieden in de race voor snelste Nederlander. De tijd leek te vliegen en al snel werd er door ieder zijn eigen warming-up gedaan om optimaal voorbereid aan de start te staan. Rond de klok van half twaalf begaf ik me samen met andere atleten naar de start en hier werden de laatste versnellingen ook nog even afgewerkt. Even leek het weer vlak voor de start nog even om te gaan slaan, maar gelukkig viel dat mee en hadden we nagenoeg nergens last van. Tijdens het inlopen was al wel duidelijk dat de wind de eerste twee kilometer wel een rol zou kunnen gaan spelen, vlak nadat we waren gestart kwamen we daar dan ook wel achter. De Kenianen leken het niet zo nauw te nemen met deze tegenwind en liepen langzaam iets op ons, de achtervolgers, uit. Het was geen grote voorsprong, want nadat ik weg was gelopen van de rest liep ik vanaf het 3-kilometer-punt zelfs weer iets op ze in. Na een kleine vier kilometer hoopte ik zelfs nog de aansluiting te kunnen gaan vinden, maar waar het parcours hier vals plat verder liep ontbrak het mij toch heel eventjes aan echte power in de benen. Ik had immers gewoon normaal doorgetraind en niet specifiek naar deze wedstrijd toe gewerkt. Maar goed, lekker doorgaan waar ik mee bezig was en knokken om er heel misschien later nog wat dichter bij te komen. Nadat ik het idee van aansluiting bij de snelle Afrikaanse kopgroep had losgelaten volgde direct een hoop vragen met betrekking tot mijn achtervolgers. Ik had me voorgenomen niet om te kijken en gewoon zo hard mogelijk door te blijven lopen. Onderweg kon ik hier en daar aan het publiek horen wat mijn voorsprong ongeveer zou moeten zijn en ik schat dat dit bijna de hele tijd maar maximaal tien seconden zou moeten zijn. De kilometers tikte ik weg en rond het 6-kilometer-punt zag ik dat één van de snelle Kenianen een gaatje had laten vallen, zo kreeg ik weer wat hoop om misschien nog wel een plekje op te schuiven voordat we zouden finishen. Tegelijk bleef ik met mijn gedachten en vooral mijn gehoor bij de signalen die me lieten weten hoe groot mijn voorsprong nog moest zijn op mijn achtervolgers. Vanaf het 7-kilometer-punt begon ik in mijn hoofd ook af te tellen, maar rond het 8-kilometer-punt kreeg ik het even heel zwaar. De angst voor krampen begon heel even door mijn hoofd te spoken, maar vrijwel direct ging ik over op het loslaten en vrij snel liep ik weer een stuk meer ontspannen hard door. Makkelijk voelde het niet. Ook het gaatje tussen mij en de Keniaan bleef ongeveer even groot tot aan het 9-kilometer-punt. Bij het ingaan van de laatste kilometer was het hier en daar behoorlijk glad door de natte kinderkoppen, dat liep alles behalve lekker. De oplossing? Lekker op de stoep gaan lopen die nog redelijk droog was! Het laatste stuk naar de Finish was spannend, want mijn tempo was zonder twijfel eventjes gezakt. Hierdoor had ik het gevoel dat ik wat had toegegeven op mijn achtervolgers en dat was ook zo. Het bleek er nog maar eentje te zijn, Joeri, die ik zag lopen toen ik op zo’n driehonderd meter voor de streep nog even over mijn schouder keek of ik ‘safe’ was. In mijn beleving zat hij nu wel heel dicht achter me, waarop ik besloot zo hard mogelijk door te knallen tot aan de Finish. Het duurde nog even voordat de boog goed zichtbaar werd en ik had van tevoren niet gekeken hoe het stuk parcours tot aan de Finish er precies uitzag, spannend dus! Met nog een kleine honderd meter te gaan en zicht op de Finish wist ik dat het nu wel moest gaan lukken om mijn vierde plek in de wedstrijd als eerste Nederlander niet meer af te gaan staan. Ik keek nog een keer om voor de zekerheid en stak mijn armen in de lucht voor een overwinning. Op een vierde plek in de wedstrijd na, zwemmend tussen de Kenianen en de rest werd ik eerste in het BeNeLux-klassement en was super tevreden met de gelopen tijd. Vooral omdat de achterstand op de eerste drie, allen Keniaan, niet eens zo heel groot was. Ik vermoed dat dit nog wel eens een beter seizoen zou kunnen gaan worden dan afgelopen jaar!
'Eerste Nederlander op de Coolsingel!'Na afgelopen zondag was het middenrif kort daarna nog even gevoelig, gelukkig trok dat in de loop van de week snel weer weg en kon ik donderdag alweer lekker ontspannen een serie op wedstrijdtempo en harder lopen. Daarna was het afwachten hoe de reactie zou zijn en of de zaterdag niet al te hectisch zou verlopen, want alleen dan zou ik de vorm nog even goed kunnen testen in mijn etappe bij de Rotterdam Marathon. Na een korte, maar goede, nacht besloot ik het er dan toch maar op te gaan wagen vandaag. Veel vroeger dan normaal stond ik op en maakte me klaar voordat René en familie voor de deur zouden staan. Rond de klok van acht vertrok de stoet naar Rotterdam, daar aangekomen vervolgden we de weg naar de ontmoetingsplek van AV de Koplopers. Ieder jaar hebben zij het weer goed voor elkaar en daar was er met drie andere teamgenoten (Jeroen, Marc en Jelle) afgesproken voordat we zouden gaan knallen op de estafette. Er werd tactisch nog wat overlegd en al snel ging ieder zijn weg naar het eigen startpunt. Als laatste loper zou het nog wel even duren voor ik van start kon gaan, dus begaf ik me naar het oorspronkelijke meetingpoint waar de verzorging in ieder geval op en top was. Een tijdje heb ik daar rustig de laatste dingen doorgenomen en ongeveer een kwartier na de start van de Marathon was het tijd om alvast in te gaan lopen. Wat langer en intensiever dan vorige week, om te kijken hoe mijn lichaam vervolgens weer zou reageren tijdens de etappe. Bij terugkomst nog even wat uitgebreider oefeningen gedaan en spullen gepakt voor vertrek naar ‘BEM 3’, het derde wisselpunt. Hier zou ik nog wel eventjes moeten wachten, maar in die tijd kon ik nog mooi een praatje maken en de laatste voorbereidingen treffen. Verder was het leuk om veel toppers aan te moedigen die vandaag de hele Marathon liepen onder zeer gunstige omstandigheden. Langzaam aan kon ik me nu echt op gaan maken voor de wissel, althans dat hoopte ik... Rond het verwachte tijdstip kwam Jelle aangezet met het estafettelint in zijn handen, maar kort daarvoor had een ander team al gewisseld. Het verbaasde mij dat dit team, met de andere René, toch nog voor ons zat. Helaas had dat ook wel gekund, want vaak hebben zij wel een snel team. De laatste loper was Wesley, dus ik kon me wel bedenken dat ik met een minuut achterstand erg hard door zou moeten lopen om eerst nog maar bij hem in de buurt proberen te komen. Misschien was het zelfs meer dan een minuut, maar ik was blij dat het naar mijn idee niet heel lang duurde. Maar goed, ik ontving het lint van Jelle en nu kon ik flink aan de bak en zette de achtervoling in. Van tevoren had ik me als doelen gesteld: ontspannen blijven en zo veel mogelijk kilometers onder de 3:10 te lopen, maar vooral niet te diep gaan. Ik schrok een beetje van de eerste kilometer, 2:48, maar gelukkig waren de opvolgende kilometers een stuk rustiger. Het lukte goed ontspannen hard te lopen en na vijf kilometer te hebben gelopen kwam ik net boven de vijftien minuten door. Onderweg was er zelfs nu en dan even tijd om andere lopers aan te moedigen in hun strijd. Een strijd die ik niet hoefde te voeren, want ik was immers vlak voor het 30-kilometer-punt pas aan mijn race begonnen. Ik zag veel lopers voor me, maar had nog geen zicht op Wesley. Was de voorsprong niet veel groter geweest dan die minuut? Zou ik hem nog inhalen? Wanneer zou dat zijn? Hoe zou hij reageren? Wat zou ik dan doen?... Allerlei vragen die me bezig hielden terwijl ik nog enigszins ontspannen in hoog tempo door raaste. In de verte zag ik iemand lopen die me verdacht veel op hem leek, dus zette ik het tempo door! Op het laatste stuk langs de Kralingse Plas was de achtervolging definitief ingezet en wist ik zeker dat hij het was. Het gat slonk steeds weer een beetje en even voorbij het 38-kilometer-punt was ik bijna aangesloten en naar mijn weten had hij nog niet omgekeken. Al snel had ik dan eindelijk de aansluiting en was ik hem voor het 39-kilometer-punt al voorbij. Voor mij geen reden om het rustiger aan te doen, maar juist een reden om het tempo ook nog langer dan de afgelopen tien kilometer. Overigens kwam ik na zo’n dertig minuten en veertig seconden door over tien kilometer. Dik twintig seconden harder dan afgelopen zondag in Brunssum! Het tempo wist ik nog redelijk hoog te houden, maar het begon wel steeds zwaarder te worden en in mijn gedachten was ik al lang op de Coolsingel beland. Op het parcours had ik nog een kleine twee kilometer te gaan en probeerde kracht te putten uit iedere marathonloper die ik nog in wist te halen. Als het even kon moedigde ik ze nog aan, maar wilde ze zeker niet aansporen mij proberen te volgen en daarmee hun allerlaatste kilometers binnen een paar seconen in een hel te veranderen. Gelukkig voor hen leken ze daar geen moment aan te denken als ik ze passeerde, op een enkeling na. Met nog een kilometer te gaan had ik weer zicht op een paar snelle mannen en probeerde mijn tempo nog maar een keer wat te verhogen. Ik vond daarop de aansluiting en liep de laatste pas vijfhonder meter voor de streep voorbij. In de verte had ik mijn pijlen gericht op nog twee lopers die aan het laatste rechte stuk op de Coolsingel waren begonnen. Het duurde even, maar vlak voor de Finish wist ik er nog een van hen in te halen. Als vierde loper van ons team finishte ik tevens als eerste Nederlander in Rotterdam. Wesley finishte ruim een minuut achter mij en kort daar weer achter zat Jeroen met de eerste dame in de wedstrijd. Dit had zonder de inzet van mijn gemotiveerde teamgenoten natuurlijk nooit gelukt! Kortom een geweldige dag voor zowel het team als mij persoonlijk, dit is een opsteker naar de komende wedstrijden en ik denk en hoop er dan ook meer uit te halen dan er tot nog toe uit is gekomen! 'De kramp-run'Na een massage en goed ontbijt is het dan tijd om weer een verslag te maken. De day-after is qua weersomstandigheden somberder en nodigt uit tot piekeren. Gisteren was het aangenamer en was er vóór de wedstrijd alle reden om volkomen zelfverzekerd de race in te gaan met hopelijk een hele mooie uitkomst! Zaterdagavond kreeg ik, net als vorig jaar, weer last van wat verkoudheidsklachten. Ik bleek niet de enige, zo hoorde ik achteraf. Zondagochtend was er met een goede lange nacht al weinig meer van te merken, na kort even los te hebben gelopen was de moed gestegen en merkte ik dat deze dag wel eens een hele goede zou kunnen gaan worden. Toch twijfelde ik ergens nog een klein beetje, zij het onbewust, maar die twijfels wierp ik met een laatste wedstrijdvoorbereiding grotendeels van me af. Natuurlijk kun je nooit honderd procent zeker zijn en moet de race nog maar weer uitwijzen waar je staat en wat je op dat moment kunt. Voor mijn gevoel was ik er gewoon klaar voor en was het tijd om de vorm maar weer eens te bevestigen. Gespannen stond ik met andere toppers te wachten om van start te gaan voor het avontuur over twee ronden van vijf kilometer. De speaker telde per minuut af en zo bouwde de spanning iedere minuut weer een beetje op. Een laatste blik om me heen naar de bekende gezichten en het startschot volgde snel. Iedereen stoof weg en het was zoeken geblazen naar een gunstige positie in dit topveld. De Keniaanse koplopers liepen zich vrij snel los, gevolgd door een groep met voornamelijk Marokkaanse lopers. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht mee te gaan, want eerst zou het zaak zijn tot minimaal vijf kilometer in een strak tempo door te lopen zonder te hoeven forceren. Al snel kwam Richard ook voorbij zetten en kreeg ik de kans om met hem en twee andere lopers mee te gaan in dat tempo. Een stuk voor het 2-kilometer-punt draaiden we na een kort lusje de hoofdweg op en ook in deze sportwedstrijd vond er bijna een incident met een motorrijder plaats. De motorrijder reed met een zij-koffer tegen de dranghekken waardoor deze loskwam en net niet voor onze voeten terecht kwam waardoor we deze nog konden ontwijken. Na dit incident kon ik me gelukkig goed blijven focussen en liepen we samen in strak tempo door naar kilometer twee, daar aangekomen volgde er een korte daling in het parcours waarvan ik gebruik maakte en langzaam liep ik naar een aantal andere lopers toe die met de snellere groep voor ons mee waren gestart. Ik voelde me erg sterk en zo bleef het tempo hoog tot aan het 3-kilometer-punt met daar weer een stukje heuvel op in het parcours. Ik was niet alleen op dit punt en kort daarna, met een stukje wind tegen, werd ik gepasseerd. Aanhaken lukte even, maar ik schrok van wat er toen gebeurde. Mijn lichaam begon een beetje te protesteren, iets wat ik al heel lang niet meer mee had gemaakt. Het begon met lichte kramp in mijn rug en ik kon uit ervaring al weten wat het mogelijke gevolg zou zijn in de volgende kilometers. Met enige terughoudendheid in mijn tempo en pogingen zo veel mogelijk te ontspannen liep de spanning steeds iets meer op richting het 4-kilometer-punt. Kort daarna leek de kramp eventjes weg te trekken, maar kwam weer tot uiting aan de voorzijde. Nu was er, zonder het tempo eventueel behoorlijk terug te brengen, geen ontkomen meer aan. De strijd was begonnen, maar eigenlijk waren het er twee tegelijk of misschien wel meer. Sowieso die tegen de kramp en voor behoud van ontspanning, de mogelijke oplossing. Mentaal kwam het ook het ook een beetje op losse schroeven te staan, dus probeerde ik mezelf nog te motiveren zo dicht mogelijk bij mijn achtervolgers te blijven die me bij doorkomst op het 5-kilometer-punt passeerden. Joeri en een Duitse jongen liepen vervolgens kort voor het 6-kilometer-punt van me weg. Het gaatje groeide langzaam tot het 7-kilometer-punt en bijna heel mijn lichaam wilde, maar de krampen voorkwamen dat ik lekker door kon blijven lopen. Nee, de krampen trokken niet weg en het leek langzaam aan ook steeds heftiger te worden. Kort voor het 8-kilometer-punt volgde, mentaal, het aller zwaarste stuk van de hele race. Het omkijken was begonnen en zowel zorgen als onrust zaaide uit in mijn gedachten. Ondanks dat was er nog een focus, maar met een stuk wind tegen tot aan het 9-kilometer-punt leek het mij niet mogelijk het gat nog kleiner te krijgen tot mijn voorgangers en was het aannemelijker de voorsprong op de achtervolgende concurrenten proberen te behouden. Vlak voor het 9-kilometer-punt was ik nog wel dichter bij de Duitser gekomen, maar Joeri was al gevlogen en liep in de verte Richard nog voorbij. Natuurlijk was de loper voor mij er al wel achter dat hij ook nog op de hielen werd gezeten en hij versnelde. Na de laatste kilometer in te zijn gegaan deed ik nog een laatste wanhoopspoging een tempoversnelling door te voeren, wellicht dat ik hem voor de Finish nog wist te achterhalen. Op dat moment was het gelijk klaar, want met nog zo’n vijfhonderd meter te gaan was de kramp zo heftig dat ik het tempo wel moest laten zakken. De laatste paar honderd meter keek ik nog een keer of twee om en zag dat mijn voorsprong op mijn achtervolgers nog groot genoeg was. Met een rotgevoel liep ik mijn laatste tientallen meters naar het einde van de race uit zonder op de klok te letten. De tijd was alles behalve realistisch, want achteraf bleek die voor bijna iedereen te verschillen. Khalid mocht dan wel de snelste Nederlander zijn geworden met slechts een halve minuut voorsprong, ik was waarschijnlijk de snelste Nederlander tussen Finish en uitgang van het Finish-vak! Eventjes had ik tijd nodig om de ervaring in de afgelopen race een plekje te geven. Teleurstelling, onbegrip, een beetje verdriet en toch ook trots mixten zich op emotioneel gebied. Daarna kwam ik vrij snel tot de conclusie dat er simpelweg heel veel meer moois in had gezeten als ik het tempo, zonder krampen, door had kunnen trekken. De komende weken zal ik aandacht besteden en analyseren, zodat er de volgende wedstrijd bevestiging kan worden gegeven van de huidige vorm en hoop ik dat deze prestatie in het niet valt met wat er nog komen gaat. Graag wil ik alle supporters langs de kant bedanken voor de kracht die zij mij gaven door te zetten in deze zware race met een aantal personen in het bijzonder natuurlijk!
|
Mike TeekensHardloper BLOG
November 2018
|