“Hoop, vertrouwen en gevoel"
Vandaag was de laatste piekwedstrijd binnen een tijdsbestek van drie weken. De vraag was of ik na afgelopen twee piekwedstrijden nog eens een derde keer het laatste beetje onder uit de kan kon schrapen. Gisteren liep ik in Kwintsheul redelijk door en voor mijn gevoel had ik aardig goede benen, het gevoel stemde alleen nog niet in met het sterk gegroeide zelfvertrouwen. Van de dubbele afstand van afgelopen zaterdag was ik redelijk hersteld, maar toch voelde de benen niet optimaal in de tussenliggende week. Ondanks dat gevoel had ik toch veel vertrouwen in een goede afloop, maar wat was ik zenuwachtig!
Rond het middaguur werden de laatste voorbereidingen getroffen om vervolgens op pad te gaan naar het NK Atletiek in Amsterdam. Dit strak op schema en daar waar ik me moest melden kwam ik net op tijd aangezet. Gelukkig ervaarde ik, op de heenweg na, weinig stress en kon me gewoon goed ontspannen. Toch, zoals ik eerder zei, kwam mijn gevoel niet overeen met de fysieke staat. Daardoor had ik het gevoel dat mijn lichaam en geest met elkaar op de loop gingen, ook al voelde ik me redelijk fit. Van een topvorm was geen sprake, maar gezien de recente prestaties zou ik toch wel in staat moeten zijn om nog één keer te pieken voordat ik een welverdiende rustperiode in zou gaan. Was dat het dan? Zat ik met mijn hoofd al te veel bij de beloofde rustperiode? Was mijn lichaam al in een soort van rust-modus? Was het al klaar?
Wat ik wel weet is dat een week extra herstel of specifiekere voorbereiding geen kwaad had gekund, maar zoals andere concurrenten had ook ik ervoor gekozen vandaag mijn reeks nog even voort te zetten. Het was zaak los te laten en me te focussen op de taak, nog één keer. Vandaag was de dag om de reeks met een mooi resultaat af te sluiten.
Wat ik wel weet is dat een week extra herstel of specifiekere voorbereiding geen kwaad had gekund, maar zoals andere concurrenten had ook ik ervoor gekozen vandaag mijn reeks nog even voort te zetten. Het was zaak los te laten en me te focussen op de taak, nog één keer. Vandaag was de dag om de reeks met een mooi resultaat af te sluiten.
Na me te hebben gemeld in de callroom legde ik nog wat tape aan en werkte de allerlaatste voorbereidingen af vlak vóór de start samen met alle andere atleten die los waren gelaten om de eigen spreekwoordelijke puntjes op de i te zetten. Zoals de deelnemerslijst er sterk uitzag, minstens zo sterk oogde al mijn tegenstanders. Nog steeds geen reden voor stress, want samen met de ontspanningsoefeningen voelde ik me klaar om de strijd met ze aan te gaan. Al snel viel het startschot en waren twintig snelle mannen haastig op zoek naar een goede positie in het veld. Met het gedrang viel het wel mee, maar geduld en wachten op een gunstige positie in de kopgroep namen wel enige tijd in beslag. De eerste ronden vlogen voorbij en doorkomst op de eerste kilometer wees uit dat er op een schema werd gelopen van een eindtijd onder de veertien minuten, misschien iets te veel van het goede voor veel lopers in deze grote kopgroep? Goed, het is een kampioenschap en wil je meedoen voor een topklassering dan heb je het daarmee te doen. Naast dit feit was er nog een vervelend dingetje, mijn wedstrijdbroekje zat niet echt lekker. Hoezo, zit niet lekker? Welk broekje zit nou wel perfect?
Prikkelend gevoel van een veiligheidsspeldje, dat is het antwoord dat ik je kan geven. Het nam niet veel tijd in beslag voor ik dus besefte waarom dat broekje niet lekker zat en de reden wist ik ook wel. De veiligheidsspeldjes van het extra startnummer op mijn bagage, die ik snel had volgepropt met spullen die ik nodig dacht te hebben in de callroom, waren losgeschoten. Van die speldjes kon ik er maar twee terugvinden, maar ik moest gewoon op tijd bij de callroom zijn. Jammer dacht ik, die vind ik later misschien wel terug in mijn spullen. En hoe! Er prikte iets heel lichtjes iedere keer in de binnenzijde van mijn rechter bovenbeen en dat al vanaf de eerste honderd meter. Vlak voor de start had ik geen enkele versnellingen gedaan, wat voor mij geen verschil maakte, en het is dan ook niet gek dat ik nog niets had gevoeld van deze verstekeling. Na een ronde lang, voor de oplettende toeschouwer, af en toe aan mijn broekje te hebben geprutst was het prikkelende gevoel verdwenen en kon ik me weer volledig op de wedstrijd focussen. Ik hoopte dat het speldje eruit was gevallen en me later niet meer af zou kunnen leiden de rest van de race.
Gelukkig had ik daar geen last meer van, maar vanaf dat moment waren mijn gedachten op gang gekomen en met een snelle doorkomst op het 1-kilometer-punt moest ik mijn focus dan ook even herpakken. Het tempo werd hard doorgetrokken, ik bungelde achter de groep aan en een aantal ronden lang probeerde ik het gaatje niet te groot te laten worden. De tweede kilometer ging iets langzamer en inmiddels werd er door de kopgroep op een schema van rond de veertien minuten gelopen. De ronde die daarop volgde zakte het tempo in wat mij de kans gaf de aansluiting gemakkelijk weer te vinden, direct daarop snelde ik door naar de kop van de groep want ik had me voorgenomen nog eens in de buurt te komen van mijn tijd in Oordegem. Daarom trok ik het tempo zo hoog mogelijk door, maar weer gingen mijn gedachten met me op de loop. Zo bedacht ik me even voorbij het 3-kilometer-punt dat het misschien wel verloren zaak zou zijn het tempo zelf zo hard mogelijk door te trekken in een poging mijn doelstelling te behalen. Daarop maakte ik de fout door het tempo te laten zakken, ik twijfelde, gokte en maakte een foutje. De vermoeidheid sloeg genadeloos toe, maar mijn tegenstanders ook!
Een voor een schoten ze voorbij, Dennis met een stel hongerige atleten die hem ervan wilden weerhouden zijn titel te prolongeren. Een moordend hoog tempo werd ingezet waardoor ik de aansluiting verloor, van plek één zakte ik naar de elfde. Mijn lichaam was klaar, ik had toegegeven en nu was het heel moeilijk mijn ritme nog terug te gaan vinden. Ik probeerde de strategie om ronde voor ronde af te tellen en daarbij het tempo zo hoog mogelijk te houden, wellicht zou ik daardoor de ontspanning terugvinden om er nog een snelle laatste kilometer uit te persen. Strijdend zou ik ten onder gaan, maar niet voordat ik het laatste beetje onder uit de kan had gekregen. Op zoek met een vergrootglas naar alle kleine kruimels zelfvertrouwen, ontspanning, energie en hardheid om mezelf nog even pijn te doen bij het ingaan van die laatste kilometer. Verderop was het veld ook flink uiteen gereten en was de strijd echt losgebarsten tussen de koplopers. Nog even doorgaan, dan zou ik misschien nog in de buurt komen van Jorrit en Edwin!
Met nog twee ronden te gaan kwam ik maar niet dichterbij, het kostte een hoop energie en gaf me alleen maar meer het gevoel dat ik een grove fout had gemaakt. Mijn lichaam wilde echt niet meer en uitstappen was inmiddels ook mijn gedachten al een paar keer gepasseerd vanaf het punt dat ze me voorbij liepen of ik stil stond. Wat mij nog restte om eer mee te behalen was niet toegeven aan deze gedachte, doorzetten tot aan de meet en mezelf nog even pijnigen voor ik een week of twee rustiger aan mag doen!
Nog zeshonderd meter, schreeuwt Dick, en ik zet me er nog eens toe het tempo op te hogen, wat niet lukt, om nog iets te maken van het allerlaatste stukje door de hel. Normaal kan ik vertrouwen op een snelle laatste ronde waarin ik de tweede helft uit alle hoeken en gaten energie terug voel vloeien voor een gigantisch harde eindsprint, vandaag was dat ver te zoeken en voelde het alsof ik rijp was voor de sloop. Het was nu wachten tot ik ingehaald zou gaan worden, maar toch had ik het nog niet opgegeven. Met nog tweehonderd meter te gaan en een gat van vijftig meter tot Jorrit en Edwin deed ik een laatste poging dichter bij hen te komen. Even leek dat gat nog wat te slinken, maar met nog honderd meter te gaan hadden zij het beest in elkaar ontketend. Na even om te hebben gekeken had ik behoorlijk wat voorsprong op de tegenstanders achter mij te hebben. Dat bleken achteraf Joeri en Lucas te zijn geweest. Met nog honderd meter te gaan en geen enkele kans op een verbetering dan behalve mijn eindtijd vond ik het wel mooi geweest. Zo kwam ik binnen toen de klok op veertien minuten en veertig seconden stond en lagen daar bijna alle tien man languit op de baan bij te komen. Voor mijn gevoel zat ik pas net op de helft en als het de dubbele afstand had geweest dan had dat misschien wel beter uitgekomen. Niet dat dat wat uit zou hebben gemaakt, want het was nu gewoon even klaar. Snel verdween ik van de baan en ging ik douchen, snel door naar mijn rustperiode. Verdiend na een drietal slopende wedstrijden.
Met dit resultaat, zij het niet het gewenste, sluit ik mijn baanseizoen af en wil ik iedereen bedanken die mij steunt deze prestaties mogelijk te maken. Waaronder mijn begeleiding, familie, vriendin, sponsoren (Agium, Runnersworld Delft, Kapitaal op maat en Sportmassage Rexs Schomaker), Volare Sports, teamgenoten, vrienden en iedereen die ik nog vergeet te noemen!
Al die steun hoop ik te mogen blijven ontvangen om dit jaar nog geslaagder te maken dan deze al is en nog meer mooie stappen te maken naar toekomstige doelen!
Al die steun hoop ik te mogen blijven ontvangen om dit jaar nog geslaagder te maken dan deze al is en nog meer mooie stappen te maken naar toekomstige doelen!