'Even rust verstoren'
Wederom stond dit jaar de Halve van Nootdorp op het programma, bijna een gebruikelijke wedstrijd in de wedstrijdplanning die ik over het algemeen niet voluit hoef te lopen. Het enige jaar dat ik echt hard door liep bij deze jaarlijkse trainingswedstrijd dat was de editie van 2014. Daar liep ik het parcoursrecord van Mark Pacque uit de boeken met zo’n driekwart minuut. Dit keer had ik, na de NK5.000m van afgelopen weekend, twee weken rust ingepland waarvan de eerste vandaag ongeveer verstreek. Met slechts drie keer trainen de afgelopen week vroeg ik me af of een lange bloktraining vandaag nog zou lukken, want ik had me voorgehouden eventueel nog uit stappen na de eerste ronde als het niet goed zou gaan. Ik was erg benieuwd hoe het nu, na veel rust, met mijn vorm gesteld was.
Bij de start bleef ik me vasthouden aan het bovenstaande, maar vol vertrouwen ging ik op weg. Toch was het verraderlijke dat een halve marathon, naar eigen zeggen, pas begint op vijftien kilometer. Rond het twee-kilometer-punt liep ik op de vierde plek en zat al dicht achter mijn voorganger die waarschijnlijk iets te hard van start was gegaan. In werkelijkheid was ik degene die wat harder van start was gegaan, maar het hoofddoel was lopen op gevoel.Het gevoel waarmee ik nu liep was goed en even na het 2-kilometer-punt passeerde ik mijn voorganger dan ook. Hij sloot eventjes aan, maar nog voor het 3-kilometer-punt had ik al een klein gaatje en ging ik op jacht naar plek twee. Jelle, mijn teamgenoot, had in de verte de kop overgenomen waarop de loper tussen ons in zichtbaar moeite had in zijn tempo te blijven volgen. Langzaam liep ik dan ook op hem in en ook deze loper haalde ik, nog voor het 4-kilometer-punt, in. Daarna ging het snel, maar vooral sneller doordat ieder tempoblokje van drie kilometer iets harder werd gelopen. Jelle zal gek van me zijn geworden dat ik hem een paar keer inhaalde om me vervolgens weer in te laten halen. Toen kwam het derde tempoblok waarin ik hem dan toch inhaalde en heuvel af zelfs nog wat op hem uit liep waardoor ik al vroeg in de race op kop liep.
Zo werd het een uitdaging om mezelf zo veel en lang mogelijk te prikkelen door ieder volgend tempoblokje weer wat harder te lopen. Na het vierde blokje goed te hebben doorstaan volgde een korte intervalpauze, bij ingaan van de tweede ronde met doorkomst langs start/finish was het tijd voor de vijfde. In totaal paste een reeks van zes tempoblokken in de totaal te lopen afstand, afhankelijk van het tempo in de pauzes was het nog wel even afwachten hoe groot de afstand tot aan de finish nog zou zijn aan het einde van deze zes blokken. Nu ik ook het vijftien-kilometer-punt, alleen met een gevoel dat het nu toch wel pittiger begon te worden. Eigenlijk was ik nu constant bezig met het letten op de technische aspecten van mijn lopen, behalve dat dat aardig lukte merkte ik wel dat mijn lichaam meer moeite had en ik fysiologisch gezien iets minder in vorm leek te zijn. Natuurlijk is dat niet vreemd als ik nog maar een paar keer per week train en niet ‘als atleet leef’ in deze rustperiode. Niet dat dat erg is, want ik kan nu ook weer eventjes genieten zonder de verplichting de focus constant op arbeid-rust verhouding te hebben. Nu weer terug naar de race...
Het vijfde blokje verliep beter dan verwacht, maar ik was wel blij dat ik nog even bij kon komen met een korte pauze. Deze pauze hield ongeveer op wanneer ik mijn weg vervolgde over het Virulypad richting Delft en nu was het tijd het laatste blokje nog even zoveel mogelijk eruit te halen, zo niet een beetje te pushen. Het begon pittig met wind tegen en ook nadat ik aan het einde rechtsaf sloeg richting de Bieslandseweg ervoer ik nog een stuk wind tegen, pas na tweeënhalve kilometer kreeg ik nog even wat meewind. Daar passeerde ik nogmaals het bosgebied aan de Bieslandse Weide, na passeren van de fietsersbrug richting de Nootdorpse IJsclub zat het laatste blokje erop. Er was nog ruim zeshonderd meter te gaan, dus besloot ik nog even in te houden en te kijken hoe ver een laatste intervalpauze me zou brengen. Dat was een kleine vijfhonderd meter verderop en besloot daarom het laatste stuk van ruim honderdvijftig meter lekker af te sprinten. Daarmee finishte ik als eerste met een prima training en redelijke eindtijd voor regionale begrippen van 1 uur, 15 minuten en 30 seconden. De rust verstoord, maar nu tijd om bij te komen en nog een weekje wat rustiger aan te doen.