“De laatste voorbereiding, maar klaar voor morgen?"
Na een week herstellen en pogingen de vorm weer optimaal te krijgen voor het NK dat morgen op de planning staat had ik vandaag nog verplichtingen in Kwintsheul. Geen probleem, altijd leuk om wat meer in de achterhoede mee te hobbelen zonder druk op de ketel!
Zonder echt in te lopen, want dat zou ik bij de start ook nog doen, maakte ik me klaar voor de laatste voorbereiding op het hogere doel van een dag later. Gespannen gezichten aan de start en toen het startschot viel stoven veel lopers voor me uit op weg naar een goede tijd. Ook leuk om een wedstrijd eens van een andere kant mee te maken en te zien hoe andere lopers constant op zoek zijn naar het meest ideale tempo om hun doel van de dag zien te bereiken. De eerste kilometers mocht ik nog redelijk relaxt meelopen en had ik alle tijd om te genieten van dat beeld en toen het veld na een kilometer of twee behoorlijk uiteen geslagen was kon ik niet wachten om mezelf een paar fysieke laatste prikkels te geven in de vorm van tempoversnellingen. Rond het 3-kilometer-punt was het zover en stoof ik weg voor de eerste in een reeks van drie versnellingen, dit voelde redelijk pittig aan en de benen voelden toch wel anders dan de afgelopen weken tijdens de wedstrijdvoorbereiding. Zou ik nog niet helemaal hersteld zijn? En wat zou er op het NK dan van terecht moeten komen als het tempo dat ik ongeveer liep nog tig keer zo lang vol moest worden gehouden?
Vragen die snel weer verdwenen naar het achterhoofd om plaats te maken voor het relaxte gevoel bij een intervalpauze op redelijk tempo. Die pauze leek veel langer te duren dan deze überhaupt was, maar inmiddels was het tijd voor weer een tempoversnelling. Deze bracht me weer wat verder naar voren in de wedstrijd en al snel passeerde ik Thomas, die achteraf iets te hard gestart bleek te zijn. Herkenbaar, want veel jongere lopers doen dat in hun bevlogenheid en streven naar succes. Het is een leerproces, waarvan je op latere leeftijd kunt zeggen dat je sommige dingen toch wel iets anders had gedaan als je wat meer geduld had gehad. Natuurlijk knik je als jongeling altijd braaf als de trainer en oudere lopers je bepaalde adviezen geven, maar ben je lekker eigenwijs en iedere wedstrijd wil jij het gewoon weer proberen. Dat is misschien ook juist wel het fijne aan jong zijn en gewoon te genieten van die momenten voordat je de stap maakt naar een serieuzere instelling in het nastreven van sportieve successen. Genoeg nostalgisch gepraat, terug naar de wedstrijd die alweer bijna voorbij was!
Even kon ik weer bijkomen en passeerde ik start-finish voor een laatste ronde van circa zevenhonderd meter, mooi om nog een laatste versnelling te doen en het zelfvertrouwen nog even een boost te geven nu de benen wat soepeler aan begonnen te voelen. De laatste versnelling bracht me nog iets dichter bij een aantal lopers van de Ruitenburg Runners en tevens onder de zeventien minuten. Voor mijn gevoel was het zo relaxt en snel gegaan dat ik het ook wel had geloofd als ze de klok stiekem een minuut verzet hadden voordat ik binnen kwam gestoven. Ik besloot nog even door te lopen, uit te lopen, en het voelde bijna lullig dat ik nog maar even doorliep terwijl de rest op hun kunnen mooie prestaties hadden neergezet. Na kort uit te hebben gelopen sloot ik me bij de groep gefinishte lopers aan om te horen wie wat had gepresteerd en of dat ze tevreden waren of juist niet. Kort daarna kwamen de 10-kilometer-lopers al bijna voorbij, want die waren vijf minuten na onze start ook op jacht gegaan naar rappe tijden. Twee Ethiopische jongens van AV Sparta voerde het veld aan en een minuutje daarachter volgden Erwin en René van ons team; de Agium Runners. Zij finishten respectievelijk als derde en vierde in de wedstrijd over tien kilometer, maar voor mij was het helaas alweer tijd om te gaan. Nog een goede nachtrust zou mij morgen op weg moeten helpen naar weer een mooie prestatie in een reeks van drie piekwedstrijden binnen drie weken.