“Hattrick, kampioengevoel met drie keer best of the rest op een NK”
Na een goed trainingskamp te hebben gedraaid in Portugal en een paar dagen werken was het nu tijd om te kijken of ik mijn PR nog eens aan kon scherpen op deze afstand. Gezien het resultaat van de wedstrijd in Oordegem moest dit zeker mogelijk zijn en dus tijd om ook nu alles op alles te zetten voor hopelijk weer een snelle eindtijd. Daarnaast zou een mooie klassering bij de top 5 ook geweldig zijn. Rond de klok van half zeven werd er naar Leiden vertrokken voor het NK10.000m, daar aangekomen kon ik me rustig aan voorbereiden op de wedstrijd. Voor ik het doorhad was het tijd voor de warming-up. Een goede specifieke persoonlijke warming-up, naar mijn mening het meest effectief als voorbereiding op de wedstrijd. Dit bleek, samen met de voorbereidingen van de afgelopen twee dagen, voor mij goed te werken om optimaal fit aan de start te staan. Even nog moest ik haasten om me op tijd te melden voor de wedstrijd, maar was toch op tijd. Daar rondde ik de laatste voorbereidingen af en zo was ik bijna klaar om vijfentwintig ronden lang het gas erop te gaan gooien. Met veel zelfvertrouwen en dus een goed gevoel over de mogelijk uitkomst zou het wel eens een mooi NK kunnen gaan worden vanavond. Veel atleten deden nog wat laatste versnellingen op de baan, daarentegen ging ik lekker in de binnenbaan liggen om wat losmaak- en ontspanningsoefeningen te doen waardoor ik dan met voldoende ontspanning aan de start zou komen staan. Iets sneller dan ik verwachtte werden we verzocht naar de start te komen voor de opstelling, het spektakel ging dan eindelijk beginnen!
Ik stond bij de tweede startlijn opgesteld in de buitenbanen iets voorbij de eerste startlijn. Mijn tactiek was al bepaald voor de start en ondanks een extra poging die de wedstrijd nodig had om correct van start te gaan liet ik me relaxt in het gedrang meevoeren. Zelfs op deze afstand vinden sommige atleten het nodig de juiste positie in het veld te verkrijgen door ellebogen en andere technieken ten opzichte van de tegenstanders. Nu weet ik niet of je daar op een dergelijke afstand ook echt baat bij hebt, maar zolang je je er niet aan stoort kun je nog steeds lekker je eigen race lopen. Het draait dus ook niet om deze eerste meters, want gedurende de eerste ronde(n) heb je nog alle tijd om naar een mooi plekje te zoeken als het veld zich langzaam vervormt naar een langgerekt lint van atleten. Het moet voor de toeschouwers ook wel een mooi gezicht zijn hoe een veld van ruim dertig man binnen enkele ronden veranderd in een langgerekt lint met aansluitend de langzaam zichtbaar wordende ‘gaten’ om vervolgens tegen het einde van de race te veranderen in een soort van slagveld. Goed, terug naar de race... De eerste ronden werd er dus druk gezocht naar een plekje zo dicht mogelijk langs de rand in baan één, maar al voor de eerste doorkomst vond ik daar een mooi plekje. Nu kon ik hopelijk nog een paar ronden profiteren van meegaan in de slipstream van de snelle mannen zonder al te veel extra inspanningen te hoeven leveren. Dit hield ik maar één ronde vol en toen bleek al dat het tempo mij toch wel te hoog lag ondanks mee te kunnen achteraan de groep snellere mannen. Nu was het te hopen dat ik niet helemaal alleen zou komen te lopen.
Gelukkig gebeurde dat maar eventjes, want er waren nog een aantal snelle mannen in mijn slipstream mee. Enkele passeerden en gingen voor succes verderop bij de snellere groep, anderen bleven bij mij lopen en namen na een paar ronden al over om vervolgens kop over kop de race voort te zetten. Ronde voor ronde werd er afgeteld en met zo min mogelijk omkijken lag de focus voor mij uit met mijn blik op mogelijke slachtoffers van het, in mijn beleving, moordende tempo van de atleten die voor ons uit liepen. Onze groep, bestaande uit mijzelf en twee Noren, liepen in werkelijkheid niet heel veel seconden langzamer per ronde dan onze voorgangers, maar toch was het niet bij te benen en pogingen het tempo op te voeren strandde in veel gevallen daarna met een weer iets langzamere ronde. Over het algemeen liepen we wel vrij stabiele rondetijden en als ik het goed heb kon een van de twee tussen kilometer vier en vijf tempo niet meer volgen van de andere Noorse atleet die veel initiatief nam. Een paar keer leek ik te moeten lossen, maar dan herpakte ik me en liep ik weer naar hem toe in de hoop nog steeds dichter bij de snellere lopers te komen of stond ik op het punt te gaan breken?
Voor mijn gevoel niet, maar het kostte een hoop energie iedere keer een gaatje dicht te moeten lopen en ik was erg blij dat er alweer een paar kilometers opzaten. We werden ook alweer ingehaald door de koplopers in de wedstrijd die zeer waarschijnlijk een minuut of twee voor ons zouden gaan finishen in deze wedstrijd, mits wij natuurlijk het tempo hoog genoeg wisten te houden. Tot vijf kilometer leek de eindtijd rond de negenentwintig minuten en twintig seconden uit te kunnen komen, maar de drie kilometers die daarop volgden werden het slachtoffer van wat verval. Het waren maar een paar seconden per kilometer en toen we voorbij werden gelopen even voor acht kilometer te hebben afgelegd greep ik mijn kans. Ik probeerde mee te gaan in het spoor van wat snellere atleten en merkte dat er heel langzaam een gaatje begon te ontstaan, klein maar genoeg om me los te kunnen lopen. In de hoop misschien nog met wat snelle passerende mannen mee te lopen ging vocht ik me ronde voor ronde naar de laatste kilometer. Hardheid was hetgeen waar ik nu op terug moest vallen, het zou niet lang meer duren voor ik de laatste kilometer in zou gaan na ronde voor ronde het tempo vast te hebben gehouden. Een waar gevecht en iedere keer als er nog een snellere loper passeerde probeerde ik weer eventjes aan te haken, nu was het tijd om die laatste kilometer nog eens hard door te trekken naar een nieuw PR. Dat ik op koers lag voor een nieuw PR was wel duidelijk, maar wat zou het gaan worden? Zou ik nog onder de negenentwintig minuten en dertig seconden gaan komen?
De bel klonk voor mij te vroeg, gelukkig wist ik dat deze niet voor mij klonk. Ik was dus nog scherp en misschien wel fit genoeg, dus legde ik me languit op de pijnbank. Dit keer niet door krampen en voor ik het doorhad hoefde ik nog maar zeshonderd meter hard door te lopen, reden om kort daarop wel de bel te luiden voor mijn laatste ronde. Vlak voor het ingaan van deze laatste ronde hoogde ik het tempo op. Ik had nu nog een kleine vijfhonderd meter te gaan en werd gemotiveerd doordat ook ik nu een enkeling in wist te halen. Nu voerde ik het tempo drastisch op voor een snoeiharde laatste ronde, zo hoog dat mijn bovenlichaam vrijwel direct wat verkrampte. Daarom schroefde ik het tempo wat terug, maar tot mijn grote verbazing zag ik dat het gat tot Ronald nog maar een kleine honderd meter bedroeg. Was die kramp nou maar uitgebleven!
Inmiddels had ik nog een kleine driehonderd meter te gaan, voor ik het wist waren het er nog maar tweehonderd. Reden om nu alles te geven, want Ronald was gevlogen maar ik kon nog altijd iemand inhalen voor de finish. Deze loper keek, met nog honderdvijftig meter te gaan, angstig om waar ik zat. Het gaatje was nog te groot en ik kende hem van zijn eerdere prestaties, een lastige klus om deze topatleet nog voorbij te gaan lopen! Meter voor meter vocht ik door en kwam steeds ietsjes dichterbij tot het gaatje nog maar een meter of vijf bedroeg. De laatste vijftig meter, wat zou er nu nog kunnen?
Veertig... Dertig... Twintig... Tien... te laat! Heel close, dat wel. In de einduitslag had ik hem tot op ongeveer een halve seconden weten te benaderen, maar beter nog: een eindtijd van 29:25!!
Hiermee bemachtigde ik de vierde Nederlander op het NK10.000m, 'best of the rest' voor de vierde keer in mijn carrière met toch weer het gevoel van een kampioen!
Hiermee bemachtigde ik de vierde Nederlander op het NK10.000m, 'best of the rest' voor de vierde keer in mijn carrière met toch weer het gevoel van een kampioen!