“Te laat of ruim op tijd?
Na de verstandige no-go van vorige week was het nu tijd om toch wel te gaan. De (trainings)wedstrijd van gisteren had nog wat spierpijn nagelaten en ik begon me weer af te vragen of ik nu echt wel helemaal naar België af moest reizen voor een wedstrijd over vijfduizend meter. Twijfels kwamen weer in me op en ik gaf mezelf vanaf ’s ochtends tijdens het werk gewoon even de ruimte om na te denken of ik wel of niet zou gaan. In mijn achterhoofd was het al lang besloten, want hier had ik de afgelopen weken echt naartoe gewerkt. Nadat de lichte pijntjes langzaam verdwenen groeide het zelfvertrouwen en besloot ik het er dus gewoon op te wagen. Het zou een mooie wedstrijd gaan beloven gezien de startlijst. Gezien de starttijd van het na-programma, de C-reeks, zou het een latertje gaan worden. De wedstrijd stond gepland om half één ’s nachts en vertrok ik pas ook rond acht uur naar Oordegem.
Onderweg probeerde ik me nog meer te ontspannen en dat lukte best goed. Een beetje kijken naar de mooie dingen om je heen en de reis zo anders meemaken dan je blind te staren op de kilometers asfalt. Met even nog een tussenstop in België arriveerde ik rond de klok van kwart over tien. Melden kon tot uiterlijk anderhalf uur voor de start van je onderdeel, dus ik was ruim op tijd. Althans, dat dacht ik...
Op mijn gemak had ik het startnummer afgehaald en liep zo rustig verder langs de baan op zoek naar bekenden. Hier en daar zag ik bekende gezichten voorbij schieten en tijdens een kort gesprekje met Leonard, een atletenmanager, keek ik nog eens goed. Ik zag atleten lopen waarbij ik in de serie zou kunnen zitten en ik begon me af te vragen of ik wel op tijd was. Er hadden nog meer atleten afgemeld waardoor een hoop van de C-reeks waren verplaatst naar de C-reeks. Dit zou kunnen betekenen dat ik al een kleine anderhalf uur eerder van start mocht. Tijdens de wedstrijd van de A-reeks, waarop de B-reeks direct zou volgen, liep ik snel naar de officials om de startlijst in te zien. Ze bevestigden mijn vermoeden en samen keken we op de lijst of ik ook verplaatst was naar de B-reeks en ik hoopte vreemd genoeg dat dat niet het geval zou zijn.
Gelukkig was dat ook niet het geval, want met nog tien minuten om me voor te kunnen bereiden op zo’n belangrijke wedstrijd had gekkenwerk geweest. Ik startte dus in de C-reeks, maar hoopte wel dat hier ook nog wel een paar goede atleten mee zouden lopen om in de buurt te komen van de richttijd van veertien minuten en twintig seconden. De A-reeks was mooi om te zien en er werd ook erg hard gelopen, ook in de B-reeks was dit het geval en ik was ergens toch ook wel een beetje jaloers dat ik hier niet was ingedeeld. De 1500 meters daar had ik geen tijd voor, want ik mocht me klaar gaan maken voor de wedstrijd die daarna ging volgen.
In Oordegem is het fijne dat ze achter het stadion een onverhard pad hebben liggen. Dit is een baan met houtsnippers als ondergrond en ik vind het dan ook erg fijn lopen voor de warming-up. Op deze baan kom je dan vaak ook weer andere atleten tegen en kun je er zelfs voor kiezen de warming-up dus te combineren. Voor mij niet aannemelijk, want ik ben voorstander van een eigen aanpak voor de wedstrijd. Het kan uiteraard heel gezellig en zelfs leerzaam zijn, maar ik ben van mening dat je gewoon je eigen plan moet trekken en net als in trainingen en wedstrijden je gevoel daarin moet volgen. Dus als je voor je gevoel graag in wilt lopen met een ander en daar je voorbereiding op aan wilt passen dan moet dat natuurlijk ook gewoon kunnen! Genoeg gelopen, tijd voor de laatste voorbereidingen...
Met nog wat oefeningen en tempo’s verschenen er steeds meer atleten rond de start. Atleten die ik kende en andere atleten waarvan ik wel durfde te gokken dat ze wellicht als medestander gezien konden worden om de beoogde streeftijd te gaan halen. Tom gaf af mee te willen en dacht ook dat er wel andere lopers zouden zijn die met ons samen zouden willen gaan werken. Er bleek ook een pacer te zijn, die haaste op veertien minuten en tien seconden. Misschien wat te hard voor mij, maar wie weet hoe de race zou gaan lopen. Ron de klok van half één mochten we ons op gaan stellen en ik kan je vertellen dat de weersomstandigheden erg goed waren: nauwelijks wind en een graad of vijftien. De spanning liep op en om me heen kwamen er van alle kanten signalen dat de andere mannen klaar waren om te racen. Zeer motiverend en dat hielp de goede spanning in mij naar boven te komen, messcherp voelde ik me. Nu alleen nog wachten op het startschot...
Pang! Daar gingen we...
Met enige voorzichtigheid nestelde ik me in het grote veld aan lopers, we waren minstens met een man of 30 van start gegaan, en hoopte ik niet mee te maken wat er in de B-reeks gebeurde: een valpartij. Netjes gaf iedereen elkaar de ruimte en de eerste paar ronden werd door eenieder gezocht naar de ideale positie. De hele groep probeerde in het kielzog van de pacer te blijven, maar al snel liep deze zich met twee andere atleten los van de achtervolgende groep. In die achtervolgende groep liep ik attent mee en met een korte versnelling probeerde ik nog wel het kleine gaatje dicht te lopen. Al snel kreeg ik door dat ik daar niet toe in staat was en besloot daarom mijn energie toch maar eventjes te sparen. Niet alleen was de overweging het sparen van energie, maar natuurlijk was het ook om te voorkomen dat ik mezelf niet over de kop zou lopen. Gretigheid is goed, maar gulzigheid zou je de kop kunnen kosten al vroeg in de race. Er werd overgenomen en ik sloot me aan in het treintje. Zonder horloge of focus op de rondetijden liep ik puur op gevoel, maar had met enkele blikken op de klokken door dat het tempo wel goed zat. Nu en dan zakte het tempo even waarop een andere snel het tempo weer oppakte. Zo denderden we als een locomotief in hoge snelheid door over de baan van Oordegem en werd het het gaatje op de koplopers eigenlijk niet groter dan enkele meters per ronde. Wellicht kwamen we later in de race nog in de buurt, maar voor nu kwamen we op kilometer twee en drie door in een tempo dat zou leiden naar een van rond de veertien minuten en twintig seconden. Met een beetje geluk en energie voor een harde laatste ronden zou ik misschien wel onder de streeftijd uit kunnen komen, maar negatieve spanning bouwde zich langzaam op in mijn lijf. Het was nu of nooit, tijd om door te zetten en de gok te wagen. Een gok die ik nu graag nam, want ik was hier speciaal naartoe gekomen met maar één doel voor ogen: een PR van ten minste veertien minuten en twintig seconden!
Met enige voorzichtigheid nestelde ik me in het grote veld aan lopers, we waren minstens met een man of 30 van start gegaan, en hoopte ik niet mee te maken wat er in de B-reeks gebeurde: een valpartij. Netjes gaf iedereen elkaar de ruimte en de eerste paar ronden werd door eenieder gezocht naar de ideale positie. De hele groep probeerde in het kielzog van de pacer te blijven, maar al snel liep deze zich met twee andere atleten los van de achtervolgende groep. In die achtervolgende groep liep ik attent mee en met een korte versnelling probeerde ik nog wel het kleine gaatje dicht te lopen. Al snel kreeg ik door dat ik daar niet toe in staat was en besloot daarom mijn energie toch maar eventjes te sparen. Niet alleen was de overweging het sparen van energie, maar natuurlijk was het ook om te voorkomen dat ik mezelf niet over de kop zou lopen. Gretigheid is goed, maar gulzigheid zou je de kop kunnen kosten al vroeg in de race. Er werd overgenomen en ik sloot me aan in het treintje. Zonder horloge of focus op de rondetijden liep ik puur op gevoel, maar had met enkele blikken op de klokken door dat het tempo wel goed zat. Nu en dan zakte het tempo even waarop een andere snel het tempo weer oppakte. Zo denderden we als een locomotief in hoge snelheid door over de baan van Oordegem en werd het het gaatje op de koplopers eigenlijk niet groter dan enkele meters per ronde. Wellicht kwamen we later in de race nog in de buurt, maar voor nu kwamen we op kilometer twee en drie door in een tempo dat zou leiden naar een van rond de veertien minuten en twintig seconden. Met een beetje geluk en energie voor een harde laatste ronden zou ik misschien wel onder de streeftijd uit kunnen komen, maar negatieve spanning bouwde zich langzaam op in mijn lijf. Het was nu of nooit, tijd om door te zetten en de gok te wagen. Een gok die ik nu graag nam, want ik was hier speciaal naartoe gekomen met maar één doel voor ogen: een PR van ten minste veertien minuten en twintig seconden!
Met nog zeshonderd meter te gaan begon het gevecht pas echt en werd het tempo weer een klein beetje opgevoerd. Vervolgens gebeurde dat nog een keer wanneer de bel voor ons klonk bij het ingaan van de laatste ronde en ik keek snel even naar de klok om te zien of ik nog in de buurt zou kunnen komen van die gewilde streeftijd. Er zou hard door moeten worden gelopen bleek, maar met het tempo dat telkens weer wat op werd gevoerd en misschien een rappe eindsprint was het zeker binnen bereik. Dus alsof mijn gedachten bij mijn tegenstanders aan kwamen stoven ze van me weg en er viel een gaatje. Op dat moment kwam ook Khalid me voorbij gelopen om de aansluiting te vinden, want ik wist dat hij al bijna de hele race dicht achter mij had gezeten met alle aanmoedigingen tussendoor. Een mooie kans om met hem mee terug te liften in de jacht op onze voorgangers. Met nog tweehonderd meter te gaan was het nu echt erop of eronder, alles of niets, de dood of de gladiolen, noem het hoe je zou willen. Feit was dat het laatste beetje energie er tussen de krampen door uitgeperst moest gaan worden in een poging concurrenten bij te halen en een rappe tijd neer te zetten. Met nog honderd meter te gaan liet ik de spanning los en probeerde op ontspanning zo hard mogelijk door te sprinten. Een gekke gewaarwording, want in mijn hoofd had ik het idee dat dat verkeerd uit zou pakken. Het bleek anders en meter voor meter liep ik op mijn concurrenten in tot ik bijna op gelijke hoogte kwam en de Finish passeerde. Ongelofelijk blij en trots, want door als een leeuw te hebben gevochten kwam ik tot een nieuw persoonlijk record: 14.17,16!